Smeerbare vetproducten
Deze producten vallen – mits het vetpercentage niet boven de 90% uitkomt – onder de EU-Verordening 1308/2013. Enkele voorbeelden van smeerbare vetproducten zijn boter, margarine en halvarine. In deze verordening staan de vetpercentages waaraan deze producten moeten voldoen om zo genoemd te mogen worden. Zo moet het melkvetgehalte in boter tussen de 80 en de 90% liggen, terwijl het melkvetgehalte van margarine niet boven de 3% mag uitkomen.
In Nederland zijn met het Warenwetbesluit Smeerbare vetproducten uit 2016 de voor Nederland zo typische bak- en braadproducten geregeld, aangezien die – onder meer vanwege het vetpercentage van boven de 90% – niet onder de in de Verordening 1308/2013 omschreven producten vielen. Ze worden beschouwd als ‘vloeibare margarine’ en moeten worden aangeduid als geschikt of bestemd voor bakken en braden.
Enkele voorbeelden van typische vraagstukken waar u mee te maken kunt krijgen zijn:
- Waar valt kruidenboter onder en wat mag er wel en niet in?
- Welke gezondheidsclaims met betrekking tot ingrediënten van margarine zijn toegestaan?
- Kan ik zonder meer plantenstanolen aan mijn product toevoegen?
- Mag boter additieven bevatten?